Sociaal zekerheidsrecht
Het sociaal zekerheidsrecht is erop gericht inkomenszekerheid te bieden, bijvoorbeeld in het geval dat iemand zelf niet voor voldoende inkomen kan zorgen. Het sociaal zekerheidsrecht omvat vele regelingen die meestal erg ingewikkeld zijn. Indien op uw aanvraag, bijvoorbeeld bij het UWV of bij de gemeente, geen uitkering wordt toegekend, een uitkering wordt gewijzigd of stop gezet, dan kunt u daartegen bezwaar indienen.
De belangrijke regelgeving op dit gebied is onder meer de Participatiewet (PW) (vroeger de  Wet Werk en Bijstand (WWB)), de Werkeloosheidswet (WW), de Ziektewet (ZW), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), en de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten (Wajong). Maar ook de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) vallen hieronder.
Beslissingen op het gebied van sociale zekerheidsrecht hebben vaak ingrijpende gevolgen. Vaak is iemand immers grotendeels afhankelijk van de betreffende uitkering. Een afwijzing, verlaging of stopzetting van een uitkering heeft een directe en grote invloed op personen en hun omstandigheden.
Als u een beslissing heeft gekregen over een recht op uitkering of iets wat daar mee samenhangt en u bent het daar niet mee eens, dan kunt u daar vaak bezwaar tegen maken en vervolgens beroep tegen instellen In de regel moet u dit binnen 6 weken na dagtekening van de beslissing doen maar soms geldt er een veel kortere termijn. Tegen de beslissing die op dat bezwaar wordt genomen is vervolgens weer beroep mogelijk bij de rechtbank. Vervolgens is er nog hoger beroep mogelijk van de beslissing van de rechtbank, bij de Centrale Raad van Beroep.
LET OP: u moet tijdig actie ondernemen! Een eventueel bezwaar moet binnen een bepaalde termijn worden ingediend, anders wordt het niet in behandeling genomen. De bezwaartermijn staat in de beslissing waarmee u het niet eens bent.